Van 14 tot 16 juni 2016 werd in in het Interdisciplinary Center (IDC) in Herzlya, Israël, de jaarlijkse Herzlya Conferentie 2016 gehouden omtrent een hele rist thema’s en handelde ondermeer over de politieke en economische agenda van Israël door het publieke debat aan te moedigen en het beïnvloeden van de beleidsplannen van het land.
Een groot aantal Israëlische en internationale politici, diplomaten, economen en militaire deskundigen werden uitgenodigd voor de conferentie. Eén van de uitgenodigde sprekers op de conferentie was de Belgische vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid Jan Jambon van de Vlaamse nationalistische partij N-VA, die er sprak over de strijd tegen het terrorisme in België.
Op de tweede dag van de conferentie, woensdag 15 juni, was het zijn beurt om de vergadering toe te spreken als onderdeel van de sessie ‘Europe: Between Immigration and Radicalization‘. Opvallend was dat de Belgische minister angstvallig vermeed om het islamitisch terrorisme en het islamitisch antisemitisme bij naam te noemen.
Helaas weigert Jambon tot op vandaag de “Olifant in het salon” als dusdanig te herkennen hoewel hij wel toegaf dat België het grootste aantal terroristen per inwoner afleverde aan de gruweloorlog van Islamitische Staat (ISIS/Daesh) en andere terreurgroepen in Syrië en Irak.
Maar zijn Israëlische gastheren waren waarschijnlijk toch tevreden om van Jambon te horen dat er geen enkel excuus is voor terrorisme. In zijn inleiding zei Jambon:
“Ik heb de uitnodiging van Israël zonder aarzeling aanvaard en het is een eer om hier te mogen zijn. Geen enkel land is immuun voor het kwade van het gewelddadig extremisme. De strijd tegen het terrorisme vergt internationale samenwerking. We zitten allemaal in dezelfde boot.”
Minister Jan Jambon zei dat België in antwoord op de aanslagen van 22 maart jl. in Brussel (luchthaven Zaventem en metrostation Maalbeek) 30 nieuwe veiligheidsmaatregelen heeft uitgevaardigd met inbegrip het voorheen zwaar ondergefinancierde nationale veiligheidsdepartement en beloofde meer bescherming voor kwetsbare gemeenschappen zoals de Joodse gemeenschappen in Brussel en Antwerpen. Hij bekritiseerde de vorige regeringen van België van het verwaarlozen van contra-terreur maatregelen en van het accpeteren van “onsamenhangende budget besparingen“. De verhoogde budgetten zullen worden aangevuld met aangepaste wetgeving.
Jambon zei dat, terwijl duidelijk is geworden dat er wel degelijk banden zijn tussen de Brusselse terroristen en Midden-Oosten vluchtelingen, hij het eens is met Bither dat de dubbele uitdaging bestaat van enerzijds infiltratie door islamitische extremisten in de EU door middel van migratie en anderzijdse de radicalisering van jongeren geboren in de EU (vaak tweede – en derde generatie allochtonen) die beiden even krachtig moeten worden aangepakt en hij zei:
“Als we willen dat jongeren ontsnappen aan de dodelijke val van Islamitische Staat, moeten we een aantal dingen te doen. We moeten onze normen en waarden beschermen, reflecteren en promoten. We moeten het extremisme onder jongeren in een vroeg stadium identificeren en deze jonge mensen opvolgen die van het pad zijn afgeweken… We moeten een proactief beleid opzetten dat het terrorisme hard aanpakt.”
Het zou van consequentie en behoorlijk fatsoen getuigen indien minister Jan Jambon en zijn andere collega’s in de Europese Unie in eenzelfde bewoordingen de Palestijnse terreur zou veroordelen in Judea, Samaria en in de rest van Israël, die systematisch en van overheidswege door PA-president wordt gevoed door de Palestijnse bevolking aan te zetten tot haat en geweld jegens Joden enkel omdat ze Joods zijn. En dat het citaat van Jambon “dat er geen excuus is voor terreur” ook zou gelden voor Israël ‘s strijd tegen dezelfde islamitische terreur die Burrsel en Parijs heeft getroffen nog steeds van overheidswege gecultiveerd wordt in de Palestijnse gebieden. Maar de lijn doortrekken tot het Israëlisch-Palestijns conflict, lijkt voor België voorlopig nog een brug te ver.
Jambon besloot:
“Dit is een internationaal conflict. We moeten vechten op Europees en mondiaal niveau. Ik roep op om samen te werken in een open geest… Alle mensen die onze fundamentele normen en houden waarden ondersteunen – ongeacht hun etnische, religieuze en sociale status – moeten samen front vormen.”
Israël, de enige democratie in het Midden-Oosten en het enige land dat die internationale normen en waarden ondersteunt waarnaar Jambon verwijst, wil niets liever dan dat de strijd tegen de islamistische terreur op internationaal niveau wordt gevoerd en dat Jambon en Co wat meer begrip zouden opbrengen voor de strijd van Israël die dezelfde is als die van Jambon in België.
De cultivering van islamistische terreur als zijnde enkel het werk van ‘lone wolves‘ (eenlingen, enkelingen) in de hoofden van Belgische beleidsmakers, begint stilaan af te kalven en plaats te maken voor een meer realistische benadering om de radicalisering onder moslims te bestrijden en de islamisering van complete wijken in Brussel en elders terug te draaien.
door Brabosh.com
Gearchiveerd onder:België, Islamitisch antisemitisme
